Prestatieladder Socialer Ondernemen is méér dan een keurmerk!
Goed nieuws: AVR is van Trede1 naar Trede 2 gestegen op de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO). Mooi dat we sociaal ondernemen omarmen. Maar waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? Wat betekent deze stap precies? En wat merken we daarvan in de praktijk?
Cynthia van Tilborg, Manager HR, benadrukt dat PSO draait om kansen bieden, mensen vooruithelpen en impact maken. Het is niet zomaar een keurmerk, maar het laat zien dat AVR actief werkt aan een inclusieve organisatie. Dit betekent ruimte creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Denk aan mensen met een beperking, langdurig werklozen of mensen die (extra) begeleiding nodig hebben. Het gaat niet alleen om betaalde banen, maar ook om leerwerktrajecten en mbo-stages.
PSO als middel, niet als doel
Voor de stap van Trede 1 naar Trede 2 op de PSO-ladder komt er een onafhankelijke auditor langs om te beoordelen of een organisatie écht werk maakt van sociaal ondernemen. Niet alleen op papier, maar vooral in de praktijk. Bij AVR was dat Tamara de Graaf van DEKRA. Tijdens de audit controleerde ze of onze cijfers en dossiers op orde waren, maar minstens zo belangrijk vond ze wat er op de werkvloer gebeurt. Doen we wat we zeggen? Hoeveel mensen hebben we in dienst met een ondersteunings-of begeleidingsbehoefte? Krijgen zij passend werk en goede begeleiding? En is daar echt aandacht voor?
Volgens Tamara wel. “De PSO-erkenning is hier geen doel op zich,” zegt ze. “Het gaat niet om cijfers, maar om mensen écht een kans geven en helpen groeien, omdat AVR dat belangrijk vindt. Er is oprechte aandacht voor mensen die nét wat meer begeleiding nodig hebben – en die begeleiding is er dan ook. Dat vraagt tijd en inzet, en die ruimte wordt hier geboden. Zowel het MT als de Opleidingen Coördinator spelen daar een actieve rol in.” Op basis van haar audit adviseerde Tamara dan ook Trede 2 op de PSO-ladder en met succes, want AVR heeft deze inmiddels behaald.
De PSO-treden
De PSO heeft vijf treden. Hoe hoger de trede, hoe meer je als organisatie bijdraagt aan een inclusieve arbeidsmarkt.
- Aspirant-status: Er is een goedgekeurd plan van aanpak voor sociaal ondernemerschap.
- Basistrede: Je biedt werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en hebt je beleid daarop afgestemd.
Je behoort tot de 50% meest sociale werkgevers van Nederland.
- Trede 1: Je hebt verdere stappen gezet en behoort tot de 35% meest sociale werkgevers van Nederland.
- Trede 2: Je presteert ruim boven het landelijk gemiddelde en investeert proactief in de ontwikkeling van medewerkers.
- Trede 3: Je bent een koploper in sociaal ondernemen.
Iedereen verdient een eerlijke kans
Met die Opleidingen Coördinator doelt Tamara op Cocky Stijger. Zij is bij AVR nauw betrokken bij de begeleiding van stagiairs en medewerkers met een ondersteuningsbehoefte. “PSO is voor AVR vooral een manier om zichtbaar en meetbaar te maken dat sociaal ondernemen écht onderdeel is van onze organisatie. En dat is belangrijk. Collega’s waarderen het, het speelt mee bij de keuze van nieuwe medewerkers én het versterkt ons imago op de arbeidsmarkt. Bovendien wordt het steeds belangrijker bij aanbestedingen, zeker bij de overheid.
Maar bovenal bieden we mensen zo een eerlijke kans op werk. Voor sommigen is een stage of werkervaringsplek bij AVR de eerste stap richting betaald werk. Zoals jongeren die moeilijk aan een stage komen, of mensen met een uitkering of ondersteuningsbehoefte. Ja, het kost soms wat extra tijd en aandacht, maar dat is het meer dan waard. Het is mooi om te zien hoe iemand zich ontwikkelt. Je merkt dat het echt iets doet – met de persoon zelf, maar ook met het team”, aldus Cocky.

Tamara de Graaf:
“De PSO-erkenning is bij AVR geen doel op zich!”
Op haar plek
Een mooi voorbeeld daarvan is Esmee, die inmiddels helemaal haar draai heeft gevonden binnen het team van LOD (Line of Defense). Zij kwam via de PSO-route bij AVR terecht en begon met een stage vanuit school.
Ze had nog geen werkervaring, maar voelde zich al snel op haar plek. Na haar stage wilde ze graag blijven. Samen met HR is toen gekeken waar ze het beste tot haar recht zou komen – waar er plek was én ruimte voor begeleiding. Esmee begon in het magazijn, liep een tijdje mee bij de NSI en werkt inmiddels ruim een jaar bij LOD.
Deze afdeling test en onderhoudt brandveiligheidssystemen, zoals sprinklers en brandmelders. Ze werkt er vier dagen per week, met plezier. “Ik verveelde me een beetje in het magazijn,” vertelt Esmee. “Hier kan ik met mijn handen werken. We zorgen dat alle brandbeveiliging goed werkt – dat vind ik belangrijk werk.”
Vincent van Kranenburg, die Esmee begeleidt binnen LOD, is blij met haar als collega. “Ik werd gevraagd of Esmee even mocht meelopen, en dat vond ik een prima idee. We komen altijd handjes tekort – zeker sinds de brand is het werk enorm toegenomen. Het is van groot belang dat alle systemen voldoen aan de veiligheidsnormen, en extra hulp is dan welkom. Haar inwerkperiode verliep net als bij andere nieuwe collega’s. Soms duurt iets misschien wat langer, maar haar enthousiasme en inzet maken dat helemaal goed. Ze is leergierig en doet haar best. We zijn echt tevreden met haar. Het is goed dat AVR bewust ruimte maakt voor mensen die wat extra begeleiding nodig hebben. Dat maakt deze collega’s absoluut niet minder waardevol – integendeel. Zonder dit soort initiatieven zouden veel talenten onbenut blijven, en dat is zonde.”

Oog op de toekomst
Met Trede 2 op zak kijken we alweer vooruit, zegt Cynthia. “Onze ambitie is door te groeien naar Trede 3.” Dat vraagt om voorbereiding en bewustwording in de hele organisatie. Zo stemde Cynthia met Marjon Veenendaal, Manager Inkoop, af om voortaan ook te letten op de PSO-status van leveranciers. “Als we écht sociaal willen ondernemen, hoort daarbij dat we bewust kiezen met wie we samenwerken. Tegelijkertijd blijven we realistisch. Niet alles kan zomaar overal, zeker in een fabriek met eisen rondom veiligheid en fysieke toegankelijkheid.
We sluiten niemand uit, maar willen het wel goed en verantwoord organiseren. Altijd met aandacht voor wat wél mogelijk is, en met oog op de toekomst.”

Cynthia van Tilborg: